Een meta-analyse van alle E-learning onderzoeken gehouden tussen 1996 en 2008 wijst uit dat ”on average, students in online learning conditions performed better than those receiving face-to-face instruction.” Uit dit rapport komt onder meer naar voren dat met online leren betere resultaten werden gehaald, onder meer omdat het online aanbieden van lesstof meer aansluit bij de individuele leerbehoefte van de leerling dan mogelijk zou zijn in een klaslokaal. Het online leren werd als leerzaam en prettig ervaren.
Deze onderzoeken zijn niet alleen gedaan onder kinderen, maar ook onder studenten en in andere onderwijssettingen zoals medische of militaire trainingen.
In een artikel in de New York Times spreekt Philip R. Regier, decaan van de Arizona State University’s Online and Extended Campus Program, de verwachting uit dat de 5000 studenten die daar nu studeren zowel online als in klassen, in de komende drie tot vijf jaar kunnen verdrievoudigen en dat die groei voornamelijk zal komen door een online aanbod.
Veel onderwijsinstellingen gebruiken nu leermanagementsystemen als Blackboard, Teletop of open source varianten als Moodle, Sakai of Dokeos. Op dit moment worden deze systemen vooral ingezet voor het beheer van roosters en aanbieden van documenten. Moodle voegt in haar nieuwe versie al steeds meer social media tools, zoals chat, fora en blogs toe. Sociale netwerken spelen ook een steeds belangrijkere rol bij het leren. Studenten leggen elkaar steeds meer zelf uit, na de basis ergens anders te hebben opgedaan.
De nieuwe generatie zal steeds meer behoefte hebben aan snelle (kennis-) uitwisseling met elkaar. Bij organisaties als IBM, Capgemini en Shell zijn ook experimenten gedaan met dergelijke tools, vanuit de gedachte dat mensen vast wel iemand kennen die kan bijdragen aan het oplossen van een ontstaan probleem, binnen of buiten de (internationale) onderneming (in zg. communities of practice). Bij het doorlezen van de meta-analyse en het eerder genoemde artikel vroeg ik mij af in hoeverre dit in de toekomst ook niet zal gaan gelden voor trainingen. Gaan mensen in de toekomst niet ook, of nog alleen een online trainingaanbod verlangen. Zouden wij over vijf jaar allemaal online trainingen volgen of voegt de technologie alleen iets toe en zoals Mr. Regier zei. “People are correct when they say online education will take things out the classroom. But they are wrong, I think, when they assume it will make learning an independent, personal activity. Learning has to occur in a community.”
Persoonlijk geloof ik vooral in E-learning voor basismateriaal en voor specifieke cursussen. Inleidende cursussen kunnen heel goed in E-learningmodules ter beschikking worden gesteld. De kennis is dan altijd snel toegankelijk en het geeft docenten de mogelijkheid een bepaalde basiskennis te delen.
Veel mensen vinden fysiek onderwijs in kleine groepen nog prettig. Dergelijke bijeenkomsten zijn vaak nog de manier om met nieuwe collega’s te leren kennen of om bij te praten. Het sociale aspect moet niet onderschat worden. Zo hoorde ik ook van een advocatenkantoor, zij waren afgestapt van videoconferencing, omdat klanten minder open waren. Het was immers niet te controleren wie er mee keek of luisterde. De gesprekken op de gang werden vooral gebruikt om zinvolle details toe te voegen.
Voorlopig, maar het kan zeker met generaties veranderen, zorgt klassikaal onderwijs voor een sociale interactie die nog veel gewaardeerd wordt. Een aantal specifieke cursussen kunnen prima worden voorbereid met behulp van E-learning. De combinatie van verschillende vormen van leren (klassikaal met colleges of lezingen, E-learning, probleemoplossend in workshopvorm, etc.), het zg. blended learning, is al vaak succesvol gebleken.
Hoewel in beginsel E-learning altijd zou kunnen worden toegepast is de open interactie en daarmee de wens van de cursisten van groot belang. Het kan een kwestie zijn van tijd. De twittergeneratie zal anders denken over het sociale karakter van E-learning en hier mogelijk geen bezwaren in zien. Aan de andere kant is het maar de vraag hoeveel mensen nu eigenlijk actief gebruik maken van dergelijke social media en hoe deze groep deze E-learning aankijkt.