Twee weken geleden deed het Europese Hof van Justitie uitspraak in het geding tussen SABAM (de Belgische evenknie van BUMA STEMRA) tegen Scarlet (een Belgische ISP). De uitspraak was dat het categorisch filteren van internetverkeer in de strijd tegen auteursrechtinbreuken een disproportionele inbreuk op fundamentele rechten zoals vrijheid van ondernemerschap en privacy van gebruikers opleverde. In dit blog een analyse van de gevolgen voor internetdienstverleners.
Nog even kort de feiten op een rij: Scarlet is een Belgische internetprovider. Zoals als algemeen bekend mag worden verondersteld, worden via het internet, misschien nog meer dan andere media, auteursrechtinbreuken gepleegd. Daarbij vindt een deel van deze gegevensuitwisseling plaats tussen eindgebruikers onderling door middel van peer-to-peer (P2P) software. De Belgische belangenbehartiger van auteursrechthebbenden in onder andere de muziekindustrie, SABAM, ziet internetproviders als partijen die in de beste positie zijn om hiertegen op te treden door te filteren op (vermeend) inbreukmakende gegevensuitwisseling. De rechter legde in eerste instantie een dergelijke maatregel aan Scarlet op. Na een aantal procedures voor Belgische instanties, waarbij SABAM aan het langste eind trok, zijn een tweetal prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie gesteld.
De eerste vraag was of de gewezen maatregel wel in lijn was met het recht van de Europese Unie, met inbegrip van de grondrechten. De tweede vraag was of, indien de eerste vraag positief beantwoord zou worden, er naar het evenredigheidsbeginsel getoetst moest worden.
Zoals gezegd heeft het Hof van Justitie in het voordeel van Scarlet geoordeeld. Daarbij is over de eerste vraag geoordeeld dat de maatregel niet in lijn was met het Unierecht, met name omdat de e-commerce richtlijn expliciet een verbod op het categorisch inkijken van verkeer bevat. De tweede vraag werd positief beantwoord omdat het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie een dergelijke proportionaliteitstoets voorschrijft. En passant heeft het Hof van Justitie die toetsing ook uitgevoerd en is tot de conclusie gekomen dat de maatregelen die SABAM gevraagd heeft een disproportionele inbreuk op het recht van ondernemerschap van Scarlet en het recht van privacy en van vrije informatie uitwisseling van eindgebruikers opleveren.
Deze uitspraak is niet alleen interessant voor internetproviders, met name omdat de e-commerce richtlijn ‘dienstverleners’ definieert als iedere natuurlijke of rechtspersoon die een dienst van de informatiemaatschappij levert. Dat betekent dat soortgelijke discussies voor leveranciers van online opslagruimte (denk aan diensten zoals DropBox) op een soortgelijke wijze beantwoord kunnen worden. Ook daarvoor geldt dat een algemene toezichtverplichting van de dienstverlener naar alle waarschijnlijkheid niet gevergd kan worden. Wat uiteraard goed nieuws is voor SaaS- en andere clouddienstenleveranciers.
Deze uitspraak is, naast een overwinning voor burgerrechten, goed nieuws voor innovatieve dienstverleners.
1 reactie
[…] de eerdere uitspraak inzake SABAM tegen Scarlet in november 2011 deed het Europese Hof van Justitie uitspraak in de zaak […]