Met het vandaag gewezen arrest tussen UsedSoft en Oracle stelt het Europese Hof van Justitie vast dat het beginsel van uitputting van het distributierecht niet alleen geldt wanneer de houder van het auteursrecht kopieën van zijn software op een materiële drager (CD-ROM of DVD) vermarkt maar ook wanneer hij deze door middel van downloads via zijn website distribueert.
De feiten. Oracle ontwikkelt en distribueert via het internet, computerprogramma’s die functioneren als ‘client-server software’. De klant downloadt een kopie van het programma rechtstreeks op zijn computer van de website van Oracle. Het gebruiksrecht voor een dergelijk programma, dat wordt toegekend door een licentieovereenkomst, omvat ook het recht om een kopie van het programma permanent op te slaan op een server en stelt haar klanten in staat om aan 25 gebruikers toegang te verlenen door deze software te laten downloaden en te installeren op zijn computers. De licentieovereenkomst geeft de klant een niet-overdraagbaar gebruiksrecht voor onbepaalde tijd, uitsluitend voor zijn interne bedrijfsdoeleinden. Op basis van een onderhoudscontract, kunnen bijgewerkte versies van de software (updates) en programma’s voor het corrigeren van fouten (patches) ook worden gedownload van de website van Oracle.
UsedSoft is een Duitse onderneming die licenties verworven van klanten van Oracle op de markt brengt. Klanten van UsedSoft die nog niet in het bezit van de software downloaden deze rechtstreeks van de website van Oracle’s na het verkrijgen van een ‘gebruikte’ licentie van UsedSoft. Klanten die al over die software beschikken kunnen een nieuwe licentie of deellicenties voor extra gebruikers kopen. In dat geval downloaden zij de software zelf op de werkplekken van de andere gebruikers.
Oracle procedeerde zonder succes tegen UsedSoft voor de Duitse rechtbanken om deze praktijken stop te zetten. Het Bundesgerichtshof (Federale Hof van Justitie, Duitsland), die oordeelde over het geschil als rechter in de laatste instantie, verzocht het Hof van Justitie om de interpretatie van de richtlijn betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s in deze context.[1]
Het Hof
Op grond van deze richtlijn, resulteert de eerste verkoop (van de in het verkeer gebrachte kopie) van een computerprogramma door de auteursrechthebbende of met diens toestemming, in uitputting van het recht van verspreiding van die kopie in de EU. Een rechthebbende die een kopie heeft verkocht op het grondgebied van een lidstaat van de EU verliest daarmee het recht zich te beroepen op zijn monopolie op de exploitatie om zich tegen de doorverkoop van die kopie te kunnen verzetten. In het onderhavige geval beweert Oracle dat het beginsel van uitputting vastgesteld door de richtlijn niet van toepassing is op licenties voor computerprogramma’s gedownload van het internet.
Met dit arrest stelt het Hof dat het beginsel van uitputting van het distributierecht niet alleen geldt wanneer de houder van het auteursrecht kopieën van zijn software op een materiële drager (CD-ROM of DVD) vermarkt maar ook wanneer hij ze door middel van downloads via zijn website distribueert.
Indien de rechthebbende een exemplaar – materieel of immaterieel – ter beschikking stelt aan zijn klant en op hetzelfde moment een licentieovereenkomst bedingt waarbij de klant tegen betaling van een vergoeding het recht verkrijgt om die kopie te gebruiken voor onbepaalde tijd, put de rechthebbende op dat moment ook zijn exclusief distributierecht. Een dergelijke transactie resulteert volgens het Hof in een overdracht van het eigendomsrecht van de kopie. Daarom kan de rechthebbende zich niet langer verzetten tegen de doorverkoop van die kopie, zelfs niet indien de licentieovereenkomst zulks overdracht verbiedt.
Het Hof merkt in het bijzonder op dat het beperken van de toepassing van het beginsel van de uitputting van het distributierecht enkel om kopieën te maken van computerprogramma’s die worden verkocht op een materiële drager, de copyrighthouder in staat zou stellen om de wederverkoop van kopieën gedownload via het internet te controleren en verdere vergoeding voor elke nieuwe (door)verkoop te eisen, ook al is bij de eerste verkoop van de kopie de rechthebbende al in staat gesteld een passende vergoeding te verkrijgen. Een dergelijke beperking van de wederverkoop van kopieën van computerprogramma’s gedownload via het internet zou verder gaan dan hetgeen nodig is om de specifieke voorwerp van de betrokken intellectuele eigendomsrechten te beschermen.
Bovendien strekt de uitputting van het distributierecht zich uit tot aan de kopie van de verkochte computerprogramma ook wanneer dit is gecorrigeerd en bijgewerkt door de auteursrechthebbende. Zelfs als de onderhoudsovereenkomst voor een beperkte periode is bedongen, zijn de op basis van een dergelijke overeenkomst verbeterde, gewijzigde of aangevulde functies een onderdeel van de aanvankelijk gedownloade kopie en kunnen zij door de verkrijger zonder beperking in de tijd worden gebruikt, ook als die verkrijger naderhand besluit zijn onderhoudsovereenkomst niet te verlengen..
Het Hof wijst er echter op dat wanneer de door de eerste verkrijger verkregen licentie geldt voor een aantal gebruikers dat groter is dan hij nodig heeft, moet worden aangenomen – zoals uiteengezet in de punten 22 en 24 van het onderhavige arrest – dat uitputting van het distributierecht op grond van artikel 4, lid 2, van de Softwarerichtlijn die verkrijger niet het recht verleent die licentie te splitsen en het gebruiksrecht voor het betrokken computerprogramma uitsluitend voor een door hem bepaald aantal gebruikers weder te verkopen.
Daarenboven beklemtoont het Hof dat een originele (eerste) verkrijger van een materiële of immateriële kopie van een computerprogramma door de houder van het auteursrecht, in casu Oracle, in geval van wederverkoop van een gebruikslicentie – die de wederverkoop van een van zijn website gedownloade kopie van een computerprogramma met zich brengt – zich met alle te zijner beschikking staande technische middelen ervan mag vergewissen dat de kopie die de verkoper nog in zijn bezit heeft, onbruikbaar is gemaakt. In tegenstelling tot het exclusieve recht van de distributie, is het alleenrecht van verveelvoudiging dus niet uitgeput door de eerste verkoop. Echter, de richtlijn machtigt elk gebruik van een reproductie die nodig is voor het gebruik van het computerprogramma door de rechtmatige verkrijger in overeenstemming met het beoogde doel. Dergelijke reproductie mag niet worden verboden door een overeenkomst. In dit verband bepaalt het Hof dat elke latere verkrijger van een exemplaar waarvoor de auteursrechthebbende distributierecht is uitgeput, als een rechtmatige verkrijger dient te worden bestempeld. Hij kan dan ook de kopie aan hem verkocht door de eerste verkrijger, rechtmatig downloaden. Een dergelijke download moet worden beschouwd als rechtmatig gebruik van een computerprogramma dat nodig is om de latere verkrijger van het programma in overeenstemming met het beoogde doel te brengen.
Daarom is de nieuwe verkrijger van de gebruikte licentie, zoals in casu, een klant van UsedSoft, als een rechtmatige verkrijger van het (gecorrigeerde en bijgewerkte) computerprogramma exemplaar, vrij die kopie te downloaden van de website van de houder van het auteursrecht.