De Rechtbank ’s-Hertogenbosch oordeelde dat inzage in interne verslagen geen rechtmatig belang diende en bovendien de verslagen niet voldoende specifiek waren omschreven. Op zich niet onbegrijpelijk want deze bepaling is daar niet voor bedoeld, maar de behoefte uit de praktijk om inzage in het feitencomplex te krijgen blijft onverminderd bestaan.
De praktijk heeft behoefte aan manieren om de waarheid boven water te krijgen, maar de wet geeft beperkte mogelijkheden en de rechtspraak is wisselend in haar beslissingen. Het ging in deze procedure (LJN: BY4266) tussen een leverancier van software en een ziekenhuis over een mislukt IT-project. De leverancier vorderde inzage in interne stuurgroepverslagen van het ziekenhuis alsmede inzage in verslagen van overleg dat het ziekenhuis met andere afnemers van de leverancier heeft gevoerd. De leverancier stelde o.a. dat de inhoud van het overleg licht zou werpen op de externe factoren die bij het mislukken van het project een rol gespeeld zouden hebben.
Op zich niet verwonderlijk dat de leverancier dit vroeg, want IT-projecten mislukken vaak door een samenloop van elkaar versterkende oorzaken. In een procedure wil je graag weten wat er aan de kant van de wederpartij heeft gespeeld.
Het Nederlands procesrecht kent geen uitgebreide waarheidsvindingsprocedure. Wel bepaalt art. 843a Rv dat een partij recht heeft op inzage in stukken of bestanden van de wederpartij als aan drie criteria is voldaan:
- er moet een rechtmatig belang zijn;
- de stukken moeten over de rechtsbetrekking van partijen gaan;
- het moet om specifieke stukken gaan.
In het beschreven geval zag de rechtbank geen aanleiding art. 843a Rv zo te interpreteren dat inzage in geheime verslagen op grond van deze bepaling zou zijn toegestaan.
Voor meer informatie kunt u zich wenden tot Eduard Lievens.